Het nieuwe GLB 2023-2027

 

Op vrijdag 3 maart werd het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) uiteindelijk door de Vlaamse regering goedgekeurd. Dit bijna 3 maanden nadat de Europese Commissie het GLB-Strategisch plan goedkeurde. Er zijn tal van veranderingen waarbij de financiële ondersteuning voor vele landbouwers  substantieel wordt afgebouwd, tenzij je groene maatregelen kan toepassen op je bedrijf of je in aanmerking komt als jonge landbouwer.  Door de laattijdige goedkeuring moeten we meteen aan de slag om de grote GLB drager, de verzamelaanvraag, voor 7 mei in te dienen. Het is zaak vanaf nu rekening te houden met deze nieuwe spelregels. 

ACTIEVE LANDBOUWER

Hét toegangsticket voor dit nieuwe GLB met de daaraan gekoppelde inkomenssteun, eventuele deelname aan eco-, agromilieuklimaatmaatregelen en ook VLIF steun is door te voldoen aan al de voorwaarden van de zogenaamde ‘actieve landbouwer’. 

1. ONDERNEMINGSNUMMER MET BTW – LANDBOUWACTIVITEITEN

Men dient te beschikken over een Belgisch BTW-nummer met nacebelcode waarin landbouwactiviteiten zijn opgenomen. Een voorbeeld is het klassieke 01.500 Gemengd bedrijf.  Let wel: Deze nacebelcode moet op niveau van het ondernemingsnummer. Op het niveau van de vestigingséénheid pikt de administratie die niet op. 

2. STANDAARD VERDIENCAPACITEIT

Indien jouw onderneming over een correcte nacebelcode beschikt, dan moet deze ook nog een minimale standaard verdiencapaciteit (SVC) van € 7.500 kunnen aantonen. Voor VLIF-steun is deze zogenaamde SVC minimaal € 20.000. Het is een theoretische analyse waarbij voor dit jaar wordt gekeken naar jouw verzamelaanvraag hoofdteelt 2021 + het bedrag van de geactiveerde premies over 2021 + de dieren in 2021 uit de mestbankaangifte van 2022. Alle landbouwers die beschikken over een aanlog op het e-loket landbouw kunnen hun individuele analyse ‘actieve landbouwer’ raadplegen via ‘klantgegevens’ en ‘landbouwkenmerken’. Op basis van een gewijzigde situatie in 2022 (verandering of uitbreiding) kan men de vraag tot herberekening indienen. Voor de sinds 2021 startende of biologische bedrijven is er een lagere drempel van € 3.000 SVC.

3. AANZIENLIJK DEEL LANDBOUWOMZET IN DE ONDERNEMING

Minimaal 1/3de van alle BTW-verkoophandelingen van jouw onderneming moet afkomstig zijn van BTW-verkoophandelingen ten gevolge van landbouwactiviteiten. Omtrent deze BTW-omzet voorwaarde zal men bij de verzamelaanvraag 2023 een verklaring op eer moeten indienen aan de hand van twee specifiek te beantwoorden vragen. Bedrijven in de BTW landbouwregeling voldoen sowieso aan deze voorwaarde.

4. UITSLUITING OVERHEIDSINSTELLINGEN, TERREIN BEHERENDE NATUURVERENIGINGEN, UNIVERSITEITEN EN HOGESCHOLEN

5. LANDBOUWERS WAARVAN ALLE VENNOTEN OF ZAAKVOERDERS EEN RUSTPENSIOEN ONTVANGEN

Deze 5de voorwaarde rond uitsluiting ‘pensioenboeren’ zal in 2023 nog niet toegepast worden, maar men neemt zich wel voor om deze vanaf 2024 of ten laatste 2025 toe te passen.

Recent hebben alle landbouwers die in het verleden betalingsrechten activeerden en waarvan nu blijkt dat ze vanwege de nacebelcode of verdiencapaciteit niet voldoen, een schrijven gekregen. Indien je denkt ten onrechte niet in aanmerking te komen dan is het is aan te raden om zo spoedig mogelijk jouw boekhouder (nacebelcode) of adviseur (verdiencapaciteit) te raadplegen om deze ‘actieve landbouwer‘ voorwaarden af te toetsen.

Indien je bedrijf dus gekend is als ‘actieve landbouwer’ kan men de betalingsrechten op de gebruikte gronden blijven activeren. 

VOORWAARDEN GLB

Naast het toegangsticket ‘actieve landbouwer’, hierbij de meest in oog springende voorwaarden waaraan men moet voldoen en die een verandering betekenen met het vorige GLB.

De maatregel die voor vele landbouwers een grote aanpassing zal vergen, betreft de instandhouding van niet-productieve elementen en oppervlakte op je bouwland. Je zal voortaan minimum 3% braak, bufferstrook/akkerrand of landschapselementen moeten voorzien, zelfs al heb je minder dan 15 ha bouwland in gebruik. De meeste landbouwers hebben vandaag slechts een areaal van 1 à 2 % aan deze niet-productieve elementen. Velen zullen dan uitkomen bij braaklegging om aan deze voorwaarde te voldoen. Omwille van de Oekraïne-crisis komen uitzonderlijk in 2023 de teelt van groenten, aardappelen en graangewassen in aanmerking voor braakliggende percelen, tenzij deze in een groen gebied gelegen zijn of deze percelen in 2022 gras als hoofdteelt of als nateelt kenden.

We nemen afscheid van gewasdiversificatie en er komt de verplichting tot gewasrotatie, ook al heb je minder dan 10 ha bouwland in gebruik. Gewasrotatie dient nageleefd te worden op 2 niveaus. Op bedrijfsniveau dient vanaf 2024 op minimaal 1/3de van het bouwlandareaal gewasrotatie toegepast te worden. Dit kan ingevuld worden door een nateelt aan te houden die minstens 12 weken op het perceel aanwezig blijft en tot een andere gewassoort behoort dan de hoofdteelt. Vanaf 2025 kan op perceelsniveau nooit 4 jaar na elkaar dezelfde hoofdteelt aangehouden worden, uitgezonderd meerjarige gewassen, grassen en andere kruidachtige voedergewassen of braakliggend land. Hier geldt de uitzondering van de nateelt van 12 weken niet. Dus op perceelsniveau is het zaak om al met de aangifte van dit jaar vooruit te denken naar deze gewasrotatievoorwaarde in 2025.

Langs alle waterlopen van de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA) geldt een 3 meter fyto-vrije zone in plaats van 1 meter. Daarnaast vallen alle waterlopen van categorie 9 en 99 voortaan ook onder deze categorie van waterlopen. Deze waterlopen worden op de kaarten van de verzamelaanvraag op het e-loket in het blauw aangeduid. 

Langs alle oppervlaktewaterlichamen zal voortaan ook 5 meter bemestingsvrije zone (10 meter langs hellingen en in gebieden die behoren tot het Vlaams Ecologisch Netwerk) moeten voorzien worden in plaats van 1 meter. De fyto-vrije zone blijft hier 1 meter. Deze oppervlaktewaterlichamen worden op de kaarten van de verzamelaanvraag op het e-loket in het paars aangeduid.

Op minstens 80% van het totale bouwlandareaal dient er een minimale bodembedekking aangehouden te worden tot 31 januari. Op percelen met klei- of leembodem kan onder voorwaarden winter-voorploegen vanaf 15 oktober op de kleigronden en vanaf 1 december op de leemgronden.

Via de zogenaamde ecoregelingen en agromilieuklimaatmaatregelen kan elke actieve landbouwer op vrijwillige basis vergoedingen bekomen voor deze “groene maatregelen”. Zo worden voor het behoud van grasland diverse regelingen in het leven geroepen. Het behouden en beheren van grasland kan in bepaalde situaties tot 325 euro per ha vergoed worden. Ook het gebruik van ecoteelten zoals grasklaver (230 euro per ha), graskruiden (350 euro), … wordt financieel ondersteund. Een vruchtafwisseling met minstens 1 vlinderbloemige in de laatste 5 teeltjaren kan rekenen op een vergoeding van 108 euro per ha.

Zoogkoeienhouders kunnen in aanmerking komen voor de hervormde zoogkoeienpremie op voorwaarde dat ze alle percelen blijvend grasland behouden, en daarnaast aan duurzaam graslandbeheer doen en/of zelf voldoende ruwvoeder produceren. De gekoppelde premie voor vleeskalveren zal helemaal ophouden te bestaan in het nieuwe GLB.

Met het nieuwe GLB wijzigen ook de voorwaarden rond VLIF investering- en overnamesteun. Het toegangsticket voor investeringssteun is ‘actieve landbouwer’ zijn met SVC van minimaal € 20.000. VLIF-steun zal echter pas terug aan te vragen zijn bij verschijning van het nieuwe GLB in het staatsblad. Dus dit kwartaal zullen geen aanvragen meer mogelijk zijn. Normaal zeker vanaf volgend kwartaal.

Contacteer ons voor meer informatie

Bovenstaande is maar een greep uit de vele nieuwe maatregelen. Om je steun in het nieuwe GLB te optimaliseren kan je dit nieuwe GLB best met je adviseur bespreken bij de opmaak van de verzamelaanvraag.

Meer over GLB