De natte winter gevolgd door een extreem nat voorjaar laat overal zijn sporen na. Enerzijds is er een groot verschil in de stand van de gewassen, anderzijds is het voor een heel aantal percelen nog steeds onduidelijkheid welk gewas kan ingezaaid worden. Niet alleen de opbrengsten zullen lager zijn dit jaar, ook administratief kunnen er heel wat gevolgen zijn.
Omwille van de natte weersomstandigheden konden tot 14 juni wijzigingen aanvaard worden die gevolgen hadden voor de subsidieaanvragen en overdracht van betalingsrechten. Het wijzigen van de hoofdteelt in de verzamelaanvraag kan echter nog steeds aanvaard worden, en dit tot 31 augustus 2024. De hoofdteelt is de teelt die overwegend en volgens de traditionele teeltpraktijk aanwezig is tijdens de periode van 15 mei tot 31 augustus. Het is belangrijk dat je deze hoofdteelt aanpast aan de werkelijke situatie. Stel dat je bv. aardappelen hebt aangegeven op een perceel in je verzamelaanvraag, en er komt uiteindelijk een andere hoofdteelt, zou dat ten onrechte gevolgen kunnen hebben voor de verplichte teeltrotatie in de komende jaren wanneer de hoofdteelt in de verzamelaanvraag niet voor 31 augustus wordt aangepast.
Voor de mestbank is het belangrijk dat je de hoofdteelt aanpast in de verzamelaanvraag voor 1 juli 2024. De mestbank houdt namelijk rekening voor de berekening van de mestrechten met de aangegeven situatie op 30 juni 2024. Stel dat je bv. op een perceel gras als voorteelt en mais als nateelt hebt aangegeven, maar uiteindelijk blijft dit perceel grasland enkel maaien, dan zijn de bemestingsnormen voor werkzame stikstof hoger. Een ander voorbeeld: stel dat het perceel niet meer ingezaaid geraakt en het blijft braak liggen, zijn er geen bemestingsrechten.
Wanneer je waterschade hebt opgelopen, is het belangrijk om de vaststellingen te laten doen op het veld. Deze vaststelling van schade kan je zelf alvast doen door via Agrilens foto’s van de percelen op te laden in het e-loket . Deze foto’s zijn een goed bewijs van de schade die er op een bepaald moment vast te stellen is. Mogelijk kan je op basis van deze foto’s (genomen op meerdere momenten) een langere periode van schade/onbewerkbaarheid aantonen. Als je schade lijdt, kan je in aanmerking komen voor een vergoeding van het landbouwrampenfonds. Er moet dan sowieso minstens 1/4de van je bedrijfsareaal verzekerd zijn via de brede weersverzekering. Daarnaast zal het weersfenomeen ook erkend moeten worden als landbouwramp. Het is belangrijk dat je op het moment van schade onmiddellijk een aanmelding doet bij het landbouwrampenfonds.
Zorg er daarnaast zeker voor dat je de schade ook aanmeldt bij je gemeente en dit op aantoonbare wijze (aangetekende brief, email,… ). Dit dient op minimaal twee momenten te gebeuren: vooreerst gaat de overheid de algemene vraag stellen aan de gemeenten omtrent de omvang van de schade. Deze bevraging dient om de omvang van de ramp te kunnen vaststellen en te bepalen of er sprake is van een ramp. Nadat de ramp erkend is door de overheid, moet je opnieuw jouw werkelijke schade laten vaststellen om jouw individuele schade te bepalen. Daarnaast moet de schade ook vastgesteld worden. In sommige gemeentes kunnen schattingscommissie samengeroepen worden. In het andere geval moet je de vaststellingen laten doen door een externe expert, bv. via de verzekeraar. Zorg er tevens voor dat je verzamelaanvraag steeds in overeenstemming is met de werkelijke situatie op je percelen.
Heb je vragen in verband met de verzamelaanvraag of het doorgeven van je waterschade?
Contacteer een DLV-adviseur
Misschien heeft u onlangs een e-mail ontvangen van de Mestbank om aan te geven of er verplichte nitraatresidustaalnames nodig zijn op een of meerdere van jouw percelen.
Nu de VLM beslist heeft om de uitrijregeling op grasland toch niet te verlengen na 15 augustus, sommen we de mogelijkheden op wanneer, waar en onder welke voorwaarden bemesting nog toegelaten is dit najaar.
Sinds de start van MAP6 in 2019 wordt Vlaanderen ingedeeld in vier gebiedstypes. Op basis van de waargenomen evoluties in de waterkwaliteit zou deze verdeling elke 2 jaar worden geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd.