De nieuwe pachtwet: een moeilijke evenwichtsoefening

 

Het is al een tijdje aangekondigd dat er een wijziging van de pachtwet zat aan te komen. Recent werd een politiek akkoord bereikt. Rechtszekerheid en betaalbare grond voor landbouwers, vrijheid en een maximale opbrengst voor grondeigenaars en tenslotte overheden en natuurverenigingen die maximaal willen bebossen. Al deze verzuchtingen verzoenen was geen sinecure.

Hierbij een kort overzicht (onder voorbehoud) van de te verwachten aanpassingen die van toepassing worden in Vlaanderen. Sinds 1 juli 2014 zijn de regels inzake pacht immers een gewestelijke (Vlaamse) bevoegdheid. In de toekomst zullen we dus spreken over het Vlaams Pachtdecreet. De bedoeling is dat dit ingaat op 1 juni 2023. We zetten tien wijzigingen op een rijtje:

  1. Erfpacht- en opstalcontracten van minder dan 27 jaar zullen onder de pachtwet vallen. De minimumduur van erfpacht in het goederenrecht werd vorig jaar gewijzigd (naar 15 jaar in plaats van 27 jaar) waardoor erfpacht voor veel eigenaars een interessant alternatief werd voor pacht. Dit zal in de toekomst dus niet meer het geval zijn.
  2. Voor cultuurcontracten zal het niet meer nodig zijn dat de bemestingswerkzaamheden  worden uitgevoerd door de landbouwer die de gronden ter beschikking stelt zodat er geen conflict meer is met de mestwetgeving.
  3. Een bijkomende uitzondering op de pachtwet wordt ingevoerd voor gronden in natuur die het voorwerp uitmaken van een natuurbeheerplan. Deze zijn in de toekomst niet meer aan de pachtwet onderworpen.
  4. Een schriftelijke pachtovereenkomst wordt de norm. Mondelinge overeenkomsten blijven geldig maar er komen procedures om de tegenpartij te verplichten om een schriftelijke pachtovereenkomst op te maken. Je zal als pachter dus een ontwerp van pachtovereenkomst kunnen bezorgen aan de verpachter. Indien deze weigert om dit ontwerp te ondertekenen is een procedure voor de vrederechter mogelijk waarbij automatisch een hernieuwing (nieuwe pacht van 9 jaar) van toepassing wordt. Is het de pachter die weigert om een ontwerp van overeenkomst te ondertekenen dan riskeert hij een pachtontbinding.
  5. In het kader van de vergoeding voor navetten en uitgevoerde werken wordt een plaatsbeschrijving voorzien bij de aanvang van de pacht waardoor minder problemen ontstaan bij het einde van de pacht wanneer vergoedingen moeten worden betaald. 
  6. Nieuw is de schriftelijke pachtovereenkomst met een vaste duur van minstens 9 jaar die een verpachter éénmalig kan afsluiten op voorwaarde dat hij eigenaar is van maximaal 1,5 ha landbouwgrond. Na die periode stopt de pacht en kan de eigenaar opnieuw over zijn gronden beschikken. De nieuwe verpachting die hierop volgt, valt wel onder de gewone pachtduurregels. 
  7. In de nieuwe pachtwet zal een opzeg voor bebossing ten allen tijde mogelijk zijn voor overheden en particulieren (o.a. natuurverenigingen) mits een opzegtermijn van 3 maanden en voor percelen van minstens 0,5 ha die gelegen zijn in bosgebied of natuurgebied. De bebossing dient minstens 25 jaar te worden aangehouden. Bijkomend kunnen gemeenten die een pachtovereenkomst afsloten met een landbouwer deze landbouwer ook opzeggen onder dezelfde voorwaarden in agrarisch gebied. De opzeg in agrarisch gebied wordt dus beperkt en kan door de bevoegde rechter ingeperkt of geweigerd worden wanneer de leefbaarheid van het landbouwbedrijf in het gedrang komt.
  8. Eigenaars krijgen de bijkomende mogelijkheid om hun gronden pachtvrij te vervreemden (kan ook een schenking of inbreng in een vennootschap zijn) doordat ze de pachter kunnen opzeggen na twee pachtperiodes met een minimumduur van 9 jaar. De opzegperiode bedraagt minstens 2 en maximaal 4 jaar en de vervreemding moet gebeuren binnen het jaar. Wordt de vervreemding niet uitgevoerd dan blijft de pacht gewoon verder doorlopen. 
  9. De rechten van gepensioneerde landbouwers worden ingeperkt. Zo moet de gepensioneerde landbouwer nadat hij werd opgezegd omwille van het bereiken van de pensioenleeftijd in de toekomst zelf bewijzen dat hij nog geen pensioen geniet. Gepensioneerden zullen ook geen gebruik meer kunnen maken van het recht van voorkoop.
  10. Aan verpachters wordt de mogelijkheid geboden om kennis te kunnen nemen van de werkelijke exploitanten van hun percelen via de perceelaangifte. Hierdoor zullen rechters sneller en gemakkelijker onwettige onderverpachting kunnen beëindigen en de pacht ontbinden. 

Zit je met vragen na het lezen?

Heb je nog vragen over de wijzigingen? Zijn er onduidelijkheden? Aarzel niet om één van onze DLV-adviseur te contacteren.

Contacteer ons