Wat bij (alweer) een droge zomer?

Het is momenteel overal al op te merken. Het is zeer warm en droog voor deze tijd van het jaar. Het waterpeil zakt en is in vele waterlopen al bijna zo laag als tijdens de droge zomers van 2018 en 2019. En dat terwijl de echte zomer nog moet beginnen. De graslanden voor hooi en de graasweides zullen hier ook snel nefaste gevolgen van ondervinden. Om deze percelen toch van het nodige water te voorzien is er de mogelijkheid om te beregenen uit een grondwaterwinningsput. Waar moet je aan voldoen om uit een dergelijke put te kunnen beregenen?


Eerst en vooral dien je te beschikken over een omgevingsvergunning. Zonder een geldige vergunning kan je geen water oppompen uit een beregeningsput. Afhankelijk van de diepte van de put en het maximaal jaarlijks op te pompen debiet dien je te beschikken over een vergunning klasse 1, klasse 2 of klasse 3. De meeste beregeningsputten vallen onder een klasse 2. Hiervoor moet een omgevingsvergunningsaanvraag met de nodige bijlagen digitaal worden ingediend via het Omgevingsloket. De gemeente zal deze aanvraag verder behandelen en hierover een beslissing nemen. 

Indien er reeds een geldige vergunning is voor de beregeningsput, dien je de einddatum van de vergunning in het oog te houden. Zorg dat je tussen 24 en 12 maanden voor de einddatum van de lopende vergunning hiervoor een nieuwe aanvraag indient. 

"Zonder een geldige vergunning kan je geen water oppompen."

Het grondwater dat wordt opgepompt, moet verplicht gemeten worden door een debietmeter. Deze debietmeter dient verzegeld te zijn. Bij het gebruik van grondwaterwinningen voor akkerbouw en graslanden wordt er vaak gewerkt met een mobiele pomp met bijhorende debietmeter. Vermits een mobiele pomp dikwijls wordt gebruikt voor de beregening uit meerdere putten, dient hiervoor een apart register bijgehouden te worden. Naast de identificatiegegevens wordt op een dergelijk register per put de start- en einddata met bijhorende tellerstanden genoteerd.

Daarnaast ben je verplicht om een jaarlijkse aangifte van het verbruik van beregeningsputten in te dienen bij de VMM (Vlaamse Milieumaatschappij). Dit in het kader van de heffing op de winning van grondwater en op de waterverontreiniging. Deze aangifte moet jaarlijks digitaal worden ingevuld en ingediend voor 15 maart via het heffingenloket van de VMM. Indien gebruik gemaakt wordt van een mobiele pomp, zal ook het register van de mobiele pomp mee opgeladen moeten worden. In de meeste gevallen komt het opgepompte debiet van het grondwater voor beregening in aanmerking voor de zogenaamde irrigatiefactor. Hierdoor kan een korting verkregen worden op de heffing, nadat dit correct werd ingevuld op de aangifte.

Belangrijk om op te merken is dat het water uit de grondwaterwinning voor beregening meestal laagwaardig water betreft dat niet altijd even geschikt is als drinkwater. Wanneer je grondwater wilt gebruiken als drinkwater voor de paarden kan er een diepere put worden geboord zodat hoogwaardig grondwater wordt aangesneden. Dit hoogwaardig water mag omgekeerd ook niet worden gebruikt voor het beregenen van percelen. Grondwater mag in principe ook niet gebruikt worden voor het beregenen van de pistes. Hiervoor dient er bij voorkeur opgevangen regenwater te worden aangewend. 


Wens je meer info? Contacteer ons!


Dit artikel werd geschreven voor Hippo Revue, uitgave 1 juni 2020, door onze DLV-adviseurs Astrid Janssens en Patrick Herijgers. 

DEEL DIT BERICHT:

Recente projecten