Tijdelijk beoordelingskader van de stikstofuitstoot voor vergunningsaanvragen

Op 10 maart 2023 stelde de Vlaamse Regering de programmatische aanpak stikstof definitief vast (D-PAS). Dit moet nu juridisch verankerd worden in decretale regelgeving. In afwachting van deze verankering werd zopas een besluit principieel goedgekeurd dat de advies- en vergunningverlenende overheden opdraagt om de bij dit besluit gevoegde tijdelijke beoordelingskaders toe te passen bij de beoordeling van de stikstofuitstoot van vergunningsaanvragen. Dit gaat om projecten of activiteiten met stikstofuitstoot met mogelijke betekenisvolle effecten op de habitatrichtlijngebieden.

Dit besluit zal gelden tot de dag van inwerkingtreding van het decreet dat onder meer de beoordelingskaders van de DPAS opneemt en uiterlijk tot en met 31 december 2024.

In wat volgt, wordt het tijdelijk beoordelingskader voor NH3-veehouderijen en mestverwerkingsinstallaties besproken. 

Men hanteert voor alle bedrijven een PAS-referentie 2030. Dit wordt berekend o.b.v. de emissie en de dierbezetting in productiejaar 2021 (cijfers Mestbank) in combinatie met de emissiefactoren. Volgende reductiepercentages moeten dan aangenomen worden:

  • Ammoniakemissiearme stallen of stalgedeelten: geen emissiereductie vereist

  • Niet- ammoniakemissiearme stallen of stalgedeelten: 

    • 60% emissiereductie voor varkens

    • 60% emissiereductie voor pluimvee

    • 25% emissiereductie voor melkvee

    • 0% emissiereductie voor vleesvee

    • 28% emissiereductie voor mestkalveren 

De emissie per stal binnen éénzelfde IIOA worden samengeteld waarna een PAS-referentie 2030 op niveau IIOA bekomen wordt. Binnen deze PAS-referentie kan het principe van ‘intern salderen’ toegepast worden tussen bedrijfsonderdelen van een IIOA op eenzelfde ruimtelijke locatie en gevat door één omgevingsvergunning. 

De PAS-referentie kan op verschillende manieren bereikt worden: 

  • Minder dieren;

  • Staltechnieken of andere technieken (opgenomen in Ministerieel Besluit AEA-stalsystemen of PAS-lijst)

  • Of een combinatie van twee voorgaande punten.

Indien een rundveebedrijf reeds PAS-maatregelen als bijzondere voorwaarden in zijn omgevingsvergunning heeft, worden deze in mindering gebracht bij het realiseren van de emissiereducties.  



Wat betreft de vergunningverlening wordt voor bestaande inrichtingen een onderscheid gemaakt tussen vergunningsaanvragen met einddatum na 2030 en tijdelijke vergunningen tot 31 december 2030.

                  Kader voor vergunningen met einddatum na 2030

                  Het verlenen van een vergunning voor een bestaande IIOA (hernieuwing of wijziging) waarbij een nieuwe vergunningstermijn tot na 2030 voorzien is, is naar aanloop van uitvoering van de definitieve PAS, enkel mogelijk indien voldaan wordt aan alle volgende voorwaarden: 

                  • De generieke reductiepercentages worden toegepast op de inrichting.

                  • De impactscore van het project is in de aangevraagde situatie kleiner dan of gelijk aan 50%.

                  • Het project veroorzaakt geen stijging van de impactscore t.o.v. de huidig vergunde situatie.

                  Voor de vergunningsaanvragen voor uitbreiding van bestaande inrichtingen tot emissieniveaus hoger dan hun PAS-referentie 2030 gelden volgende richtlijnen: 

                  • Maximaal toepassen van emissie-reducerende technieken.

                  • De depositie mag niet hoger zijn dan de minimis drempel van 0,025%.

                  • Als de depositie hoger is dan 0,025% en lager is dan of gelijk aan 0,028% wordt dit beoordeeld in een individuele passende beoordeling.

                  • Aanvragen met een impactscore hoger dan 0,028% zijn niet vergunbaar (voor een uitbreiding hoger dan de PAS-referentie 2030).

                  Kader voor tijdelijke vergunningen tot 31 december 2030

                  • Varkens- en pluimveehouderijen

                  De bevoegde overheid kan een omgevingsvergunning tot en met 31/12/2030 verlenen voor de verdere exploitatie van een varkenshouderij of pluimveehouderij voor zover deze in de aangevraagde situatie een impactscore kleiner dan of gelijk aan 50% heeft en op voorwaarde dat het project geen stijging van stikstofemissie veroorzaakt. De PAS-referentie wordt hierbij niet gerealiseerd tegen 2030, maar er wordt wel gegarandeerd dat de reductiemaatregelen uiterlijk vanaf 1 januari 2031 worden gerealiseerd.

                  • Rundveehouderijen

                  De bevoegde overheid kan een omgevingsvergunning van bepaalde duur verlenen: 

                    • Tot en met 31/12/2026 voor de verder exploitatie van een rundveehouderij 

                      • Impactscore kleiner dan of gelijk aan 50%

                      • Geen stijging in stikstofemissies

                      • Ook wanneer deze rundveehouderij zijn PAS-referentie 2030 niet realiseert

                    • Tot en met 31/12/2030 voor de verdere exploitatie van een rundveehouderij 

                      • Waarvan de vergunning afloopt voor 2026

                      • Impactscore kleiner dan of gelijk aan 50%

                      • Geen stijging in stikstofemissies

                      • De rundveehouderij realiseert een emissiereductie van 5% uiterlijk in 2025

                      • De rundveehouderij realiseert tegen 31/12/2030 zijn PAS-referentie 2030

                  Tijdelijk kader voor nieuwe inrichtingen

                  Voor nieuwe inrichtingen gelden volgende richtlijnen: 
                  • Maximaal toepassen van emissie reducerende technieken.

                  • Als de depositie lager of gelijk is aan de minimis drempel van 0,025%, is geen passende beoordeling vereist. 

                  • Als de depositie hoger is dan 0,025% en lager is dan of gelijk aan 0,028% wordt dit beoordeeld in een individuele passende beoordeling.

                  • Aanvragen met een impactscore hoger dan 0,028% zijn niet vergunbaar. 

                  Turnhouts Vennengebied

                  Voor het Turnhouts Vennengebied zijn bovenop de generieke maatregelen uit de definitieve PAS extra maatregelen voorzien voor emissiereductie. In afwachting van het ontwikkelingsplan wordt een bewarend beleid ingevoerd in dit werkingsgebied. Voor bestaande vergunningen waarvan de vergunning afloopt, kan vanaf nu een hervergunning aangevraagd worden tot 2 jaar na het ontwikkelingsplan.



                  Heb je nog vragen? Contacteer een DLV-adviseur. 

                  DEEL DIT BERICHT:

                  Recente projecten