Strengere beoordeling mogelijke geurhinder
De laatste maanden werd het vergunningenlandschap overschaduwd door de stikstofproblematiek. Nu komt de Vlaamse Overheid met een nieuwe aanpassing, dit keer voor de geurproblematiek.
Bij een omgevingsvergunningsaanvraag voor onder andere een varkens- en pluimveehouderij dient reeds langer een geurstudie toegevoegd te worden. Dit instrument werd destijds in het leven geroepen om een inschatting te maken van de potentiële geurhinder ter hoogte van de meest precaire woningen in de omgeving van het bedrijf in kwestie. In deze studie wordt aan het beoordelingskader getoetst of de eventuele geurhinder als aanvaardbaar kan beschouwd worden.
Het geurkader waarop deze studie gestoeld is, dateert van eind 2014 en is herwerkt in 2019. Dit geurkader werd opgemaakt door het toenmalige LNE (nu Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten, AGOP). Recent werd een aangepaste versie van dit kader verspreid door AGOP. Deze werd in het leven geroepen daar er in een aantal arresten van de Raad van State argumenten werden opgenomen die ingaan tegen de principes van het beoordelingskader dat tot voor kort werd gehanteerd.
Het nieuwe beoordelingskader is in verschillende opzichten strenger dan het oude. Waar er bijvoorbeeld vroeger in agrarisch gebied bij een immissie (in dit geval de concentratie geur die kan waargenomen worden) tussen 10 en 20 OUE/m³, de emissie (uitstoot van geur) niet meer mocht toenemen, wordt nu een sanering vooropgesteld. Hoeveel er moet gesaneerd worden hangt af van de bijdrage van het bedrijf aan de totale immissie. Als er bijvoorbeeld meerdere bedrijven in de omgeving gelegen zijn, dient het bedrijf waarvoor de aanvraag werd ingediend enkel zijn aandeel van de immissie te dalen dat boven de drempelwaarde gelegen is. Nu moet ook het volledige aandeel boven de drempelwaarde onmiddellijk of met een saneringsplan worden gereduceerd. Voorheen werd opgelegd dat in het geval dat er een sanering moest toegepast worden, dit minstens de helft moest zijn van de overschrijding te wijten aan het bedrijf.
Concreet betekent dit dat voor een aantal bedrijven uitbreiden of hernieuwen moeilijker zal worden. Er zal bijkomend moeten ingezet worden op technieken om de geuruitstoot van het bedrijf (verder) te reduceren.
Het nieuwe en strengere kader treedt in voege voor vergunningsaanvragen die ingediend werden vanaf 15 juni. Voor lopende dossiers die in de beroepsprocedure zitten, geldt dit nieuwe kader met directe ingang. Als blijkt dat in eerste instantie het dossier niet tegemoet komt aan het nieuwe kader is een bijsturing van het dossier nog mogelijk via de toepassing van een administratieve lus, zoals werd vastgelegd in het Omgevingsvergunningsdecreet.
Heb je vragen? Contacteer een DLV-adviseur.
Recente projecten
Blijf op de hoogte van de laatste landbouwweetjes! Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief.