Plan-MER MAP 6

In het kader van de Europese MER-richtlijn werd recent een plan-MER opgesteld voor het ontwerp-mestactieprogramma voor de periode 2019-2022 (MAP 6). Uit dit document kunnen we al volgende zaken toelichten:

Beoordeling MAP-meetpunten

Op dit moment wordt ieder MAP-meetpunt individueel beoordeeld met als kritische waarde 50 mg nitraat/l oppervlaktewater.

In MAP 6 zal afgeweken worden van deze manier van beoordeling. Er zal meer gebiedsgericht gecontroleerd worden, dit door middel van de afbakening van afstroomzones. In iedere afstroomzone zal de gemiddelde nitraatconcentratie berekend worden op basis van de waarden van iedere MAP-meetpunt. De streefwaarde voor dit gemiddelde zal vastgelegd worden op 20 mg nitraat/l oppervlaktewater. Het verschil tussen het gemiddelde en de streefwaarde wordt de doelafstand genoemd.

Op basis van deze doelafstand zal ieder gebied opgedeeld worden in 4 verschillende klasses:

  • Type 0: In dit gebied wordt de streefwaarde van 20 mg nitraat/l reeds gehaald.

  • Type 1: Bij dit type is de streefwaarde reeds in zicht. De N-bemestingsnormen zullen hier wellicht weinig veranderen. Er zullen wel extra voorwaarden inzake het inzaaien van vanggewassen worden opgelegd.

  • Type 2 en 3: Hierbij wordt de doelafstand als middelgroot tot groot bestempeld. In deze gebieden zal afhankelijk van de grootte van de doelafstand bepaalde bijkomende maatregelen worden opgelegd.

Maatregelen

Met MAP 6 wil men realiseren dat de bodemkwaliteit verbeterd wordt, directe verliezen worden aangepakt en de bemesting uitgevoerd wordt volgens de 4 J’s (met de juiste mestsoort, op het juiste tijdstip, de juiste dosis en met de juiste bemestingstechniek).

Hierbij lijsten we een aantal hoofdlijnen op:

  • Het nog beter in kaart brengen van nutriëntenstromen. Dit door het systeem van correcte mestsamenstelling, zoals nu gekend is bij de varkens, verder te zetten, te verfijnen en uit te breiden. Door een betere controle en opvolging van de mestverwerkings- en vergistingsinstallaties. En ten slotte door de kennis van het kunstmestgebruik op landbouwbedrijven te verbeteren.

  • Brongerichte maatregelen met name maatregelen i.v.m. aangepaste voeders en management.

  • Bedrijfsdoorlichting met focus op nutriëntenstromen.

  • Sectorgerichte maatregelen met focus op evenwichtsbemesting in vollegrondsgroententeelt,  een actieplan voor het vermijden van nutriënten in  de grondloze tuinbouw en voor het vermijden van afspoeling van sappen uit natte biomassa.

  • Gebiedsgerichte maatregelen zoals een risicobeoordeling als basis voor de bemesting, inzaai van vanggewassen, meer mestopslagcapaciteit enz.

  • Stimuleren van teelttechnieken en specifieke meststoffen die de bodemkwaliteit verbeteren.



DEEL DIT BERICHT:

Recente projecten