Mestsamenstelling, voor welk systeem kies ik?

Een goed mestmanagement op het bedrijf start bij het gebruik van correcte inhoudswaarden van de mest. Het is belangrijk om steeds met een zo realistisch mogelijke inhoudswaarde van de verschillende aanwezige mesttypes op het bedrijf te werken. Als de mestsamenstelling op je bedrijf de forfaitaire samenstelling niet benadert, kies je dus beter voor het systeem van 3-maandelijkse analyses.

Per mestcode (dus voor elke mestsoort) en per exploitatie, moet je ofwel voor analyse ofwel voor forfait kiezen. Vorig jaar heeft elke veehouder deze keuze voor het eerst gemaakt. Degene die niets hebben aangegeven, vallen automatisch op het forfaitair systeem.

Wil je je keuze aanpassen, doe dit dan vóór het afzetten van de eerste vracht mest in het voorjaar en ten laatste op 15 februari! Het gekozen systeem geldt steeds voor een volledig jaar, maar kan dus elk jaar worden herzien.


Bedrijfsspecifieke samenstelling, waarom kies ik hiervoor?

Varkensbedrijven die aantonen dat zij doorheen de tijd een stabiele samenstelling van een bepaald mesttype hebben op hun bedrijf, kunnen gebruik maken van een ‘bedrijfsspecifieke mestsamenstelling’ of BSM. Naast de keuze voor forfait of analyse is dit dus een bijkomende keuze énkel voor varkensmest.

Van zodra voor dit systeem wordt gekozen, geldt deze specifieke samenstelling voor zowel de opslag als alle transport met deze specifieke mestcode.

Via het Mestbankloket word je op de hoogte gebracht als je analyseresultaten voldoende stabiel worden geacht en je dus voor een BSM kan kiezen.



Van zodra je de voorgestelde BSM aanvaardt, vervalt de verplichting om te werken met analyseresultaten die max. 3 maanden oud zijn. Met dit systeem kan je dus analysekosten besparen, al zijn opvolgstalen wel nog steeds verplicht:

  • In het eerste kalenderjaar ná het overschakelen op BSM (X+1) moet je 2 vrachtmonsters laten nemen.

  • Nadien, als de resultaten goed zijn, is slechts 1 vrachtmonster per jaar nodig.

De bedrijfsspecifieke mestsamenstelling is onbeperkt geldig tot zolang de opvolgstalen aantonen dat de mestsamenstelling constant blijft. Hierbij wordt een marge van 0,75 kg N en 1 kg P2O5 toegelaten.

Als de Mestbank vaststelt dat de afwijkingen buiten deze marge vallen, kunnen afhankelijk van de afwijking meerdere opvolgstalen verplicht worden. Ofwel val je terug op het oorspronkelijke analysesysteem, zoals voorheen.

Heb je voor het analysesysteem gekozen? Zorg dan voor een geldig staal van al jouw opslagen!

Indien je voor één of meerdere mestcode(s) voor het analysesysteem hebt gekozen, zorg er dan voor dat je een geldige analyse hebt voor de bepaling van samenstelling van de betreffende eindstocks.

Net als vorig jaar wordt de samenstelling van de stock automatisch bepaald, dit in volgende volgorde:

Heb je een BSM voor een bepaald mesttype aanvaard? Dan wordt deze waarde als opslagwaarde gebruikt. Indien niet, geldt de meest recente analyse, genomen tussen 1.10.2019 en 31.12.2019 .

Heb je geen geldige analyse, dan wordt het jaarlijks gemiddelde van alle vrachten van 2019 genomen. Hiervoor moeten er wel minstens 2 vrachtanalyses gekend zijn voor 2019. Indien niet, dan wordt de analyse gekozen, genomen tussen 1.1.2020 en 15.02.2020.

Indien geen geldig staal, én als voor dit mesttype een forfait bestaat, wordt de forfaitaire waarde toegepast.

Let op! Indien er dus géén forfait bestaat (denk aan dikke en dunne fractie na scheiding, mengeling, etc.), ben je niet in orde, en krijg je een boete van 250 euro. Breng dit dus tijdig in orde!


Heb je vragen? Contacteer een DLV-adviseur! 



DEEL DIT BERICHT:

Recente projecten