MAP 7

Op 7 maart 2023 bereikten landbouw- en milieuorganisaties een akkoord over de aanpak van het nieuwe mestactieplan, MAP 7. Dit ontwerpakkoord moet nu vertaald worden in een decreet dat dan op haar beurt voorgelegd zal worden aan de Europese Commissie ter goedkeuring. De milieu- en landbouworganisaties mikken hierbij op een start van het nieuwe mestactieplan op 1/1/2024. 


Waar het mestdecreet in het verleden gebaseerd was op het 4J principe is dat nu uitgebreid tot het 6J principe. Hieronder kort toegelicht welke zaken men hieronder verstaat en welke wijzigingen in het voorstel omtrent deze 6J’s vervat zitten. 

Juiste mestsoort

In het akkoord wil men het gebruik van stalmest en (boerderij)compost stimuleren om de bodem meer klimaatrobuust te maken. Daarbij zal er intensief gestuurd worden op een verminderd kunstmestgebruik op de Vlaamse gronden. Dit door de inzet van derogatie op grasland, de bedrijfsbenadering voor de werkzame stikstof aan te scherpen, de landbouwpraktijken waarbij geen kunstmest wordt ingezet te stimuleren en de drempels voor het gebruik van boerderijcompost en stalmest weg te nemen. 

Door derogatie toe te staan op het grasland wordt er meer ruimte gecreëerd voor dierlijke mest waarbij de ruimte voor kunstmest verkleind. Uit verschillende praktijkonderzoeken is gebleken dat dergelijke technieken zorgen voor een hoge reductie van de nitraatuitspoeling waardoor men deze maatregel verdedigbaar acht naar de Europese commissie toe. 

      Juiste tijdstip

      Door de aanscherping van de uitrijregeling zal er ook meer op aangestuurd worden om meer opslagonafhankelijk te gaan bemesten. Daarbij wordt wel de kanttekening gemaakt dat de landbouwsector eerst de garantie moet krijgen dat bijkomende mestopslagen vergunbaar zullen zijn. 

      Concreet zitten volgende aanpassingen in de pijplijn:

      • Uitrijperiode voor maïs en bewaaraardappelen zonder voorteelt verlaten naar 15/3.

      • Vanaf 2025 uitrijperiode voor effluent verkorten tot 31/8. In tussentijd wordt de uitzonderingsperiode tussen 31/8 en 15/10 verder aangescherpt. 

      • Biologische kippenmest op gras zal toegestaan worden.

      • Plan van aanpak voor opbrengen van digestaat op de landbouwgronden.

      Juiste dosis

      In het akkoord zit een gerichte verscherping van de bemestingsnormen. Zo zal de norm voor werkzame stikstof per gebiedstype gereduceerd worden als volgt:

       

      De landbouwer zal ervoor kunnen kiezen om de bovengenoemde reducties gedeeltelijk terug te draaien (met een maximum van de reductie tussen de haakjes vermeld) door het nemen van extra maatregelen te nemen die de nitraatuitspoeling voorkomen. 

      Daarbovenop zal de bedrijfsbenadering voor de bemestingsnormen behouden blijven, maar de toegelaten overschrijding op perceelniveau zal wel aangescherpt worden. Waar deze nu op 200% lag, wil men deze reduceren tot 125% voor de werkzame stikstof, 150% voor vloeibare dierlijke mest en 200% voor stalmest en (boerderij)compost. 

      Juiste bemestingstechniek

      Ook op de bemestingstechniek wensen de milieu- en landbouworganisaties aansturingen te doen. Zo stellen ze voor dat bij het opbrengen van ureum er gebruik gemaakt wordt van een ureaseremmer of deze direct wordt ondergewerkt. 

      Momenteel mag opgebrachte dierlijke mest tot twee uur na opbrengen ingewerkt worden. Dit wil men aanpassen naar een onmiddellijke onderwerking van de mest. Dit betekent dat de twee machines tegelijkertijd aanwezig moeten zijn op het veld. 

      Sleepslangen op grasland zullen nog toegestaan worden tot 30 juni op grasland en in de polder. Voor kunstmest wordt opgelegd dat men in de toekomst zal werken met een kantstrooier of een soortgelijke techniek. 

      Historisch permanent grasland in natuurgebieden zal ook niet langer bemest mogen worden via diepe injectie. 

      Juiste plaats

      Deze is één van de twee nieuwe J’s in het principe en gaat erom dat er gekozen wordt om de bemesting op de juiste plaats te laten gebeuren. Hierbij denkt men in eerste instantie aan het bevorderen van precisiebemesting. Daarbij is er al veel gesproken over de bufferstroken die ook in het nieuwe GLB geïntroduceerd werden. Men pleit hier voor één integrale gelijkgestelde wetgeving voor alle VHA waterlopen (blauwe waterlopen op de fotoplannen van de verzamelaanvraag). Volgende is opgemaakt in het voorstel:

      Er geldt een 3m-3m-3m bufferzone (bemestingsvrij, pesticidevrij, buffergewas of braak) voor

      • Alle niet nitraatgevoelige teelten in alle gebiedstypes;

      • Nitraatgevoelige teelten in gebiedstype 0 en 1.

      Er geldt een 5m-5m-5m bufferzone (bemestingsvrij, pesticidevrij, buffergewas of braak) voor

      • Alle nitraatgevoelige teelten in gebiedstype 2 en 3;

      • En in natuurgebied (alle groen- en parkgebieden en bosgebieden).

      Wanneer er een impact is van meer dan 4% op het perceel wordt de bufferstrook beperkt tot 3m om het draagvlak hieromtrent te behouden. 

      Juiste teelt en teelrotatie

      Deze 6de J gaat over sensibilisering omtrent de juiste teelt en teelrotatie. In dit voorstel wordt een uitbreiding voorzien van de begeleiding van de landbouwers, waarbij de bemestingsadviezen praktischer en beter gemaakt worden. Daarnaast is er de begeleiding onder de vorm van BW3 die de landbouwers met slechte nitraatresidu’s zal begeleiden. 

      Wanneer uit de begeleiding blijkt dat de nodige inspanningen geleverd zijn, zullen er geen financiële sancties opgelegd worden en zal er samen verder gezocht worden naar mogelijke oplossingen. Wanneer deze bereidwilligheid er niet is, zullen er wel financiële gevolgen/sancties mogelijk zijn. 


      Al deze maatregelen wil men via de cel handhaving monitoren en bijsturen. Handhaving wordt nog altijd gezien als het sluitstuk van dit akkoord. Wel stuurt men aan om de bestraffingen voor zaken die geen milieukundige gevolgen hebben (zoals administratieve fouten) milder aan te pakken. 

      Uiteraard zal dit akkoord nog veel concreter moeten worden wanneer dit vertaald zal worden naar een decretale tekst. Het is dus nog even afwachten op de teksten en de goedkeuring van de Europese Commissie vooraleer de laatste krijtlijnen gekend zijn. 

      DEEL DIT BERICHT:

      Recente projecten