Hoe als melkveehouder energie besparen?

Hoe kan je als melkveehouder energie en energiekosten besparen op je melkveebedrijf?

16% van het energieverbruik in de landbouwsector in Vlaanderen, is voor rekening van de melkveesector.

Als het op ecologische voetafdruk en verduurzaming aankomt, nemen pers- en milieubewegingen de melkveesector wel eens in het vizier. We hoorden en lazen dan ook regelmatig uitspraken zoals:

  • De zuivelsector levert een substantiële bijdrage aan de hoeveelheid geproduceerde broeikasgassen in onze atmosfeer

  • De zuivelsector gebruikt heel wat basisgrondstoffen die niet noodzakelijk ter plaatse geproduceerd worden

  • Het omzetten van plantaardig materiaal in melk is niet milieu-efficiënt

Nochtans worden melk en zuivelproducten wel algemeen aanzien als gezond en ‘van bij ons’, dus duurzaam. Bovendien heeft de melkveesector zelf de afgelopen jaren heel wat nuttige inspanningen geleverd om te verduurzamen en energie te besparen. Continu inspanningen leveren om het energie-verbruik te verlagen, zijn interessant voor het bedrijf zelf en vergroten het draagvlak van de zuivelsector.

Verduurzamen kan je op verschillende manieren. Minder energie verbruiken en zo veel mogelijk schone energie gebruiken, doe je om op ecologisch vlak, het milieu en de omgeving niet overmatig te belasten. Maar ook op sociaal vlak, betekent minder energie verbruiken en schone energie gebruiken, de volgende generaties een toekomst geven. En op economisch vlak, zorgt minder energieverbruik voor een economisch voordeel. Want energie kost geld, veel geld!


Hoeveel kost energie in de melkveesector?

Een melkveebedrijf geeft gemiddeld 7% van zijn geld uit aan energie. Dit aandeel stijgt gestaag, door de toegenomen automatisering maar ook door de stijgende prijzen van gas, stookolie en elektriciteit. Uit de bedrijfseconomische boekhoudingen blijken er wel grote verschillen tussen de bedrijven te zijn. We bekeken 68 bedrijven met een jaarlijkse melkproductie van 400.000 tot 750.000 liter. Zij verbruiken gemiddeld 6,02 kWh per 100 l melk.

Deze melkveehouder kan dus 25% extra energie besparen, bovenop de maatregelen die hij reeds in het verleden heeft uitgevoerd. Aan de elektriciteitsprijs die hij betaalt, betekent dat een jaarlijkse besparing van 2.700 euro. Daarmee is de kost van de energieaudit al ruim binnen het eerste jaar terugbetaald.


Bijkomende maatregelen als extraatje

Er zijn nog een aantal maatregelen te nemen die moeilijk te becijferen zijn, maar zeker ook interessant zijn om toe te passen op jouw melkveebedrijf:

Enkele voorbeelden:

  • Blaas de condensor van de melkkoeling enkele keren per jaar schoon met perslucht. Doe dit steeds van binnen naar buiten.

  • Zorg ervoor dat er geen direct zonlicht op de koelmachine komt en dat de aangezogen lucht zo koel mogelijk is.

  • Haal de korst op de elektrische weerstand weg bij oudere boilers.


Ook jouw bedrijf kan energie en kosten besparen!

Wil jij ook kosten besparen op lange termijn? Geen eenmalige acties maar jaarlijks terugkerende besparingen realiseren? Dan is het tijd om jouw energiefactuur en –verbruik onder de loep te nemen.


Een voorbeeld uit de praktijk

25% energie besparen via een gedetailleerde energieaudit

We bekeken een bedrijf met 225 melkkoeien in een carroussel-melkstal. De melkveehouder investeerde reeds in 120 kWp photovoltaïsche zonnepanelen maar hij gebruikt slechts 27% van de geproduceerde elektriciteit. De rest wordt op het elektriciteitsnet geïnjecteerd.

Het bedrijf investeerde ook reeds in een voorkoeler, korte warmteleidingen, een afgedekte spoelbak, bewegingsmelders en schemerindicatoren voor de verlichting. Hij noteerde hiermee al een jaarlijkse energiebesparing van zo’n 10%. Daardoor ligt het energieverbruik op het bedrijf vrij laag: zo’n 3,71 kWh per 100 l melk. Het gemiddelde carrousselbedrijf van die grootte heeft 4,5 kWh/100 l nodig.

Toch heeft de melkveehouder nog mogelijkheden om zijn energiefactuur te drukken en minder energie te verbruiken. Investeren in een warmteterugwinning op de koelmachine en een frequentieregelaar op de vacuümpomp zullen voor een duidelijke energiebesparing zorgen. In de oude stal kunnen de lampen vervangen worden en op afstand ingeschakeld worden. Dit resulteert in een bijkomende jaarlijkse energiebesparing van ruim 13%. Bovendien kan hij het teveel aan zelf geproduceerde energie van de zonnepanelen veel efficiënter gebruiken. De opbrengst van elektriciteitsinjectie op het net (ca. 3,5 cent/kWh), is immers laag ten opzichte van de prijs die de afnemer betaalt voor de energie (ca. 17 cent/kWh).

De melkveehouder kan zo de melk extra inkoelen tijdens zonnige periodes en twee nieuwe boilers plaatsen die gekoppeld worden aan de zonnepanelen. Dit geeft hem een bijkomende besparing van 12% energie! Nazicht van zijn energiecontract leerde dat hij al een correcte energieprijs overeenkwam met de leverancier, en dat zijn contract ook een voldoende lange duur heeft.

Wanneer we de 10% best presterende en de 10% slechtst presterende bedrijven uit de berekeningen houden, bedraagt het gemiddeld energieverbruik per 100 l melk zo’n 5,86 kWh en ligt de spreiding tussen de 3,63 en de 8,51 kWh. Bij een productie van 500.000l melk geven de bedrijven met het laagste energieverbruik 3.660 euro per jaar minder uit aan energie als de bedrijven met het hoogste energieverbruik. Het heeft dus zeker zin om de energieverbruikers en –tarieven eens onder de loep te nemen.


Er bestaan al heel wat initiatieven

In het verleden werden er al heel wat verduurzamingsinitiatieven genomen in de melkveesector. De zuivelsector nam in 2013 nog een sector omvattend duurzaamheidsinitiatief: de duurzaamheidsmonitoring in de melkveehouderij. 35 initiatieven, ingedeeld in zeven thema’s, moeten de melkveehouder helpen verduurzamen. Uiteraard is energie één van de thema’s. Het initiatief is vrijwillig maar de monitoringslijst wordt wel verplicht toegevoegd aan de IKM-controle. Op die manier kan de sector elk jaar 1/3de van de melkveehouders monitoren, en een beter zicht krijgen op de vrijwillige initiatieven die de sector nu al neemt.

De melkveehouder geeft vanaf 2014 bij de IKM-controle een antwoord op de volgende vragen:

  • Beschikt het bedrijf over een energiescan?

  • Beperkt het bedrijf de primaire energiebehoefte door:

    •  Condensatiewarmte van de melk koeltank te recuperen?

    • Condensatiewarmte van de voorkoeling van de melk te recuperen?

    • Warm water te produceren met een zonneboiler?

  •  Beperkt het bedrijf de primaire energiebehoefte via een frequentiesturing die de capaciteit van de vacuümpomp aanpast aan de reële behoefte?

  •  Beperkt het bedrijf de primaire energiebehoefte door spaarlampen (HPS, HPI, LED) in de stal te hangen?

  •  Is minimaal 4.000 kWh van het elektriciteitsverbruik van het bedrijf afkomstig van duurzame eigen productie, via zonnepanelen, een windmolen of een pocketvergister?

Daarnaast kan de melkveehouder beroep doen op tal van instanties die een energiescan of energieanalyse aanbieden. Dit varieert van een zelfscan via een website tot een bedrijfsbezoek waarna eerstelijnsadviezen gegeven worden.

 Al deze initiatieven zijn zeker waardevol maar belichten maar een deel van het verhaal. Daarom is er nood aan een diepgaande gedetailleerde energieaudit, die enerzijds rekening houdt met de gemiddelde melkveeexploitatie maar anderzijds wel afgestemd is op het individuele melkveebedrijf dat onderzocht wordt. Bovendien is de energieanalyse enkel de start van het proces. De melkveehouder wil oplossingen die hij rendabel kan toepassen in zijn bedrijf. En hij wil ook weten of hij wel een correcte prijs betaalt voor de energie die hij afneemt. De belangrijkste energiebesparingen zoals het voorkoelen van de melk, het voorverwarmen via warmterecuperatie en warm water productie met een zonneboiler, zijn ondertussen bekend. Het is nu tijd om het verschil te maken en op zoek te gaan naar bijkomende energie- en kostenwinsten.


Met de energieaudit van DLV weet de melkveehouder in detail hoe het energieverbruik op zijn bedrijf samengesteld is en welke rendabele oplossingen hij kan installeren. Bovendien ziet hij meteen of hij een correcte prijs betaalt voor de energie die hij aankoopt en of hij nog andere initiatieven kan nemen om zijn eigen energieproductie nuttig te gebruiken.

We starten met een inventarisatie van alle energieverbruikers en maken een gedetailleerd energieprofi el op. Ook de isolatie op het bedrijf wordt geïnventariseerd om ook daar optimalisatieaanbevelingen te kunnen gegeven. Alle aanwezige verbruikers en deenergiefactuur worden onderzocht en aan elkaar gekoppeld: welke installatie draait wanneer? Vinden we dat terug op de factuur? Is het energiecontract afgestemd op de verbruiken en vooral, op de verbruikstijdstippen. Is peak shaving mogelijk?

We vergelijken het energieprofi el met dat van de gemiddelde melkveehouder met dezelfde activiteiten.

Bedrijven met een melkrobot worden uiteraard vergeleken met andere bedrijven met een melkrobot. Op die manier weet de melkveehouder alvast hoe hij zich op energievlak verhoudt ten opzichte van zijn collega’s.

Daarna volgt de economische analyse: Welke besparingsmaatregelen nam het bedrijf al? Hoe scoren deze ten opzichte van andere maatregelen, wat was de investering en wat heeft het opgeleverd, zowel in euro’s als in kWh-besparing?

Welke maatregelen kunnen er nog genomen worden en hoeveel kWh zullen we daarmee besparen? Wat is de investeringskost en de terugverdientijd? Zijn er quick wins over het hoofd gezien? In deze analyse worden de mogelijke subsidies voor energiebesparende maatregelen niet mee begroot in de rendementsberekening.


De subsidies zijn dus een aangenaam extraatje maar mogen niet de doorslag geven bij de beslissing.

Waarom is Peak shaving belangrijk?

Elektriciteitsprijzen zijn samengesteld uit verschillende facetten. Uiteraard is het effectieve verbruik van belang. Maar anderzijds krijgt de verbruiker een boete of verhoogd tarief wanneer hij in piekperiodes energie vraagt. Het spreiden van verbruiken en het benutten van kalme periodes zorgt dus niet voor een energiebesparing maar wel voor een kostenbesparing.

DEEL DIT BERICHT:

Recente projecten