Groenbedekkers: dikwijls verplicht, altijd nuttig
Groenbedekkers inzaaien na de hoofdteelt geeft tal van voordelen. De inzaai ervan beperkt onder andere het risico op verlies van nutriënten waardoor dit een goede zaak is voor de algemene waterkwaliteit, het speerpunt van MAP 6. Ook verhoogt het organische stofgehalte wat dan weer voordelen biedt voor bv. de vruchtbaarheid van de grond en de aanhoudende strijd tegen de gevolgen van de droogte.
Het inzaaien van groenbedekkers is trouwens voor vele landbouwers een verplichting om te kunnen voldoen aan de voorwaarden van de vergroeningseisen uit het GLB en de verplichtingen vanuit het mestdecreet MAP 6.
Wat de vergroeningseisen voor het GLB betreft: om te voldoen aan het minimale areaal aan ecologisch aandachtsgebied (EAG) wordt dikwijls gekozen voor het inzaaien van groenbedekkers. De uiterste inzaaidatum hiervoor is afhankelijk van de landbouwstreek. Voor de Leemstreek is dit 30 september, voor Polders en Duinen was dit 19 augustus en voor de andere streken is dit 31 oktober.
De lijst van gewassen als groenbedekker is verschillend voor de verplichtingen uit het GLB en MAP 6. Toch kan er gecombineerd worden.
De lijst van de mogelijke groenbedekkers voor EAG vind je hier. Er moet een mengsel van minstens twee groenbedekkers ingezaaid worden.
tijdelijk grasland, tagetes en facelia
teelten waarna uiterlijk 15 september een vanggewas ingezaaid werd
niet-vroege aardappelen en maïs waarna uiterlijk 15 oktober een vanggewas ingezaaid werd
maïs met onderzaai gras
niet-nitraatgevoelige hoofdteelten gevolgd door een laag-risico nateelt
Een veel voorkomende groenbedekker is grasland. Indien er twee soorten gras uit de tabel van mogelijke groenbedekkers voor EAG worden gecombineerd, komt deze dus in aanmerking voor zowel de verplichtingen voor de vergroeningseisen als voor MAP 6.
Ook administratief moet iedere landbouwer dit najaar opnieuw voldoen aan de verplichtingen: Via de verzamelaanvraag dient de landbouwer met percelen in de Leemstreek uiterlijk op 30 september de correcte percelen aan te geven voor EAG in de verzamelaanvraag. Voor Polders en Duinen was dit 19 augustus. Voor de andere streken is dit 31 oktober. De verplichtingen vanuit MAP 6 dienen ook in de verzamelaanvraag correct weergegeven te worden. Hier geldt voor alle landbouwstreken als uiterste datum 31 oktober.
Heb je vragen? Contacteer een DLV-adviseur!
Recente projecten
Blijf op de hoogte van de laatste landbouwweetjes! Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief.